dinsdag 11 maart 2014

The First Step, waar het begon...

Het duurt nog 4 weken...


Nog  4 weken en dan ga ik samen met mijn zoon Giovanni terug naar Papua. En nu om mijn langverwachte wens in vervulling te laten gaan. Al jaren denk ik er aan en praat ik er met andere mensen over, maar nu mag ik het gaan doen en ik voel me bevoorrecht!

Ik ga als vrijwilliger van de Stichting Duurzame Samenleving Papua-Barat (SDSP) naar Papua om een kleinschalige project op te starten rondom de problematiek van plastic zwerf- en huisafval. Ik zal mij hoofdzakelijk richten op preventie en het creëren van de bewustwording van kinderen in de basisschoolleeftijd.

Daarnaast ga ik de afvalstortplaats op Ambon bezoeken om te kijken hoe zij daar te werk gaan en hoop ik dat er een (duurzame) samenwerking met The Bird's Head Seascape opgestart kan worden. En wie weet wat er verder op mijn pad komt.. 

Ons pad, want Giovanni is er ook bij..

Maar eerst een terugblik, waar begon het allemaal? Hieronder mijn verslag van zomer 2012.




Verslag draagvlak afvalproject Teluk-Wondama     


 
                                            

In de maand augustus ben ik voor de tweede keer naar de Teluk-Wondama geweest. Ik verbleef hier bij familie Wiay en Samberi in Miei en Wasior.
Deze vakantie wilde ik gebruiken om te informeren hoe de lokale bevolking en -bestuur tegen een afvalproject staat en direct draagkracht te creëren. 

Volgende stappen heb ik voor mezelf uitgeschreven:

  1. Goedkeuring vanuit de familie
  2. Inzichtelijk krijgen wie de belangrijke sleutelpersonen zijn en gesprekken voeren
  3. Wie ben ik en waarom ga ik dit gesprek aan? Vinden ‘zij’ het behoud van hun leefomgeving net zo belangrijk als ik?
  4. Hoe is de situatie nu? Verifiëren of dit juist is
  5. Welke mogelijkheden ziet de bevolking zelf? Welk netwerk hebben zij? Hoe kan de SDSP hen daar in ondersteunen?
    (Niks beloven, uitgaan van self-empowerment, i
    ndien er geen animo is, welke argumenten breng ik naar voren?)
  6. Zijn de mogelijkheden er, vaststellen werkruimte.


 


Mijn stappenplan verliep anders dan ik voor mezelf ingepland had. Dat natuurlijk niet verwonderlijk is in Papua.

  1. In de loop van de eerste week heb ik mijn plannen met mijn opa Jonathan Wiay (broertje van mijn oma) besproken. Hij ervaart de problematiek het zelfde en was laaiend enthousiast.
    Opa Jonathan Wiay
  2. In mijn enthousiasme wilde ik in contact komen met de kepala kampongs over de gehele Teluk-Wondama. Dit bleek al heel snel niet mogelijk te zijn. De afstanden die afgelegd moeten worden van dorp naar dorp nemen dagenlang in beslag. Daarom hebben we daar besloten ons te richten op Wasior en de omliggende dorpen binnen een straal van een uur rijden. Mijn opa betrok opa Ponti Torey hierbij, omdat hij de Nederlandse taal nog redelijk onder de knie heeft.
    Om Emil Wiay, opa Ponti Torey, oom Loui Tuni
    De bupati van de Teluk-Wondama is dhr. Alberth Torey. Vooralsnog leek het heel gemakkelijk met hem om de tafel te gaan, omdat hij directe familie is van mijn oma. Het maken van een afspraak verliep via sms contact, dus ik had goed vertrouwen. Dit viel tegen. De eerste dag hebben we van 09.30 tot 13.00 uur gewacht en uiteindelijk had de bupati het te druk om ons te woord te staan, hij groette ons en vertrok naar een acara (programma) in de stad. Hij vroeg ons eind van de middag terug te komen. Moment dat we opgehaald werden lag iedereen thuis te slapen. De volgende ochtend zijn we weer naar de bupati gegaan en daar weer een aantal uur gewacht, weer zonder succes. 
    Dit had heel anders aangepakt kunnen worden, maar moest hier de weg van mijn opa’s volgen, die van de oude stempel zijn en achteraf bleek dat dit heel anders aangepakt kon worden. 

    Even een fotootje maken tijdens het wachten
    Tijdens mijn laatste week kwam mijn nicht (Nona Silubun) terug van een bezoek uit Jakarta. Met haar ben ik naar het kantor lingkungan hidup (kantoor voor de samenleving) gegaan. Het hoofd van dit kantoor is ook van de familie Wiay en was dit contact gemakkelijk te leggen. Helaas was hij die dag aan het vissen met zijn vrouw en is de volgende dag naar Manokwari vertrokken. Zijn zuster werkte onder hem en met haar zijn we wel in gesprek gegaan. Zij was ook erg enthousiast en willen graag dat dit probleem aangepakt wordt. Zij verzekerde ons met haar broer in gesprek te gaan zodra hij weer terug was. Ik zou hem zelf later in Manokwari kunnen treffen, maar zijn elkaar hier helaas ook misgelopen. Tijdens deze gesprekken heb ik duidelijk laten weten dat de continuïteit alleen te waarborgen is als het initiatief bij de het bestuur en de bevolking zelf ligt. Dit leken zij te begrijpen en willen dit graag zelfstandig kunnen voortzetten met een steuntje in de rug vanuit Nederland. Ze zijn ook op de hoogte van de hulpvraag die zij aan de SDSP moeten doen en mijn nicht neemt de taak verder op zich op dit af te handelen. Zij heeft nu 2 x een gesprek gehad met het hoofd van het kantor lingkungan hidup en ik ben nu in afwachting van een email van hun zijde.  

    Kantor lingkungan hidup
    Verder heb ik gesprekken gehad met verschillende sleutelpersonen als de directeur van het basisonderwijs, de dominee van de protestante kerk en een zuster van de katholieke kerk en hiernaast nog een aantal invloedrijke ouderen. Hieronder een foto met de directeur van het ziekenhuis, hij draagt het shirt van met het loge van de 'the First Step'.
    Directeur van het ziekenhuis in Wasior, dr. Alberth Kapitarau
    Ik heb ook geprobeerd contact te leggen met het WWF waarvan het kantoor zich vlak buiten Wasior bevind. Deze waren helaas niet aanwezig.

    Ik heb veel tijd gehad om te werken aan het draagvlak, maar het was een slechte tijd i.v.m de ramadan. Deze wordt daar gezien als veel vakantie en wordt er veel gefeest en weinig gewerkt. Daarnaast hadden veel mensen het druk met hari merdekaan van de r.i. En natuurlijk de instelling ‘jam karet’ is ook niet optimaal.
  3. Grootste valkuil is mijn enthousiasme en ideologische instelling. En heb geprobeerd hier zoveel mogelijk rekening mee te houden. Uit de gesprekken die ik gevoerd heb is duidelijk naar voren gekomen dat de bevolking echt iets aan deze problematiek wil doen. Ik heb ze verteld over mijn opleiding en dat ik de tijd dat ik daar wil zijn onder stage valt. En heb ze foldermateriaal laten zien van de SDSP en verteld over andere projecten. Natuurlijk waren ze dol enthousiast, maar heb ze wel laten weten dat er nog geen project is, geen plan en geen geld. En dat dit verandering niet over 1 nacht ijs gaat.
  4. De situatie op dit moment is in onze ogen verschrikkelijk. Er is totaal geen vorm van afvalverwerking of recycling. Ik heb wel prullenbakken gezien die ook nog eens de mogelijkheid geven om het afval scheiden. Dit was bij het kantoor van de bupati en bij het ziekenhuis, dit afval wordt achteraf ergens in de brand gestoken. Bank Papua heeft zelf grote containers zoals wij die kennen als de kleinere soort op de vuilstort, deze worden alleen niet gebruikt. Door tijdgebrek ben ik er niet aan te gekomen om uit te zoeken waarvoor ze deze containers aangeschaft hebben, via wie of welke instantie en wat ze met die verzamelde vuil wilden gaan doen. 

    Tempat sampah
    Verder is in mijn optiek de situatie schrijnend. Kinderen baden in water waar heel veel afval in rond drijft. Overal is de sterke vergiftigde rook van het verbrande afval te ruiken. De dolfijnen die normaal altijd in de baai aanwezig waren blijven weg en ook de andere (zee)dieren lopen gevaar in het vele afval wat in de zee terecht komt. Maar ook de landdieren ondervinden hier de lasten van. Nog niet te spreken over het stilstaande stinkende water waar de malariamug graag vertoeft.

    Deze constateringen worden beaamd.
  5. Er zijn dus genoeg mogelijkheden. Ook over werkruimte of een opslagruimte wordt er gemakkelijk gesproken.
  6. Het is erg jammer dat ik niet direct met het hoofd van kantor lingkungan hidup en de bupati gesproken heb over bestaande netwerken. Hier kan ik dus geen uitspraken over doen. De overige personen kwamen erg hulpbehoevend over en voelen zich in de steek gelaten door de Indonesische overheid en kijken met een positieve blik terug naar de Nederlandse tijd, toen alles wel schoon gehouden werd. Al was er toen natuurlijk nog niet zoveel sprake van al die plastic flessen en tasjes. Ik heb ze beloofd in Nederland te bekijken welke mogelijkheden er zijn en uitgelegd dat er veel werk in gaat zitten waaronder een gedegen vooronderzoek, voordat er echt een project opgezet kan worden. 

 


Na aanleiding van de gesprekken die ik heb gevoerd is geen enkele weerstand gekomen. Het wachten is nu op de brief met de hulpvraag aan de SDSP.


Alle kindjes in rep en roer, kaka Talia gaat naar de bupati






Geen opmerkingen:

Een reactie posten